Intro: Ze stond op, alleen. Ze ging slapen, alleen. Ze dacht: alleen hij kende me. Alleen niet goed genoeg.
Zo gebeurt het soms: Een ballon die leegloopt. Zo lekte de liefde weg. In het begin hadden ze het helemaal niet door! Maar plots wel.
Met de rug tegen de muur schuifelden ze nog een hele tijd door. ---Nog vóór
het licht werd, gleed zij het bed uit.
Schurend langs de linker muur met een vlotte bijtrekpas.
Geruisloos de deur uit. ---'s Avonds
bij schemering deed hij zijn autodeur dof en beheerst dicht.
Sloop hij langs de
rechter muur het huis binnen.
Gewichtloos het bed in, helemaal gevaarlijk op de rand. Een tragische dansvoorstelling.
Ontwijken doet óók zeer.
Op een dag vonden ze hem terug! In een hoek van het huis. Helemaal leeggelopen. Amper nog zo groot als een vuist. Verrimpeld en al het stof rond zich vergaard. Het was geen zicht.
Ondertussen: Zij LIET ZICH NIET DOEN! En HIJ LIET ZICH NIET DOEN! En overal lagen tranen. En maar dweilen. Tot ze er bij neervielen. Genoeg en genoeg en genoeg en genoeg geprobeerd.
Tenslotte: Het eindigde met een grote knal. Een sisser had ook gekund. Maar deze keer was het vuurwerk. Allemaal gratis en voor niets. Verdoofd van de knal kropen ze allebei een andere kant op. Zou het ooit wennen, dat verdoofd en kruipend door het leven gaan?
Een hele tijd later: Bij Torfs kreeg ze een nieuwe ballon. Een degelijke. Een schone witte. En nu maar blazen, dacht ze. Gewoon ademen. Het kleinste kind kan het. In en uit. Geen paniek.
En kijk. Soms sloeg ze een adem over. Of zuchtte ze te lang. Maar uiteindelijk lukte het haar wel. En rond haar. Nog mensen ballonnen blazend. Op de parking van de Torfs. Ja, zo gebeurt het soms.